Toen de mensen van Banu Thaqif de Islam niet accepteerden, besloot Profeet Mohammed terug te keren naar Meeren. Op de terugweg stopte hij bij een plaats, genaamd Nakhla. Terwijl hij midden in de nacht in Nakhla aan het bidden was, kwamen er een aantal djinn voorbij. ¹ Deze gebeurtenis vond plaats in de maand Rabi ul Awwal, tijdens het 11e jaar van het profeetschap. ² Het waren zeven djinn en zij kwamen uit Naibin, dat in Jemen ligt, ³ maar Ibn Hajr schrijft dat Nasibin een beroemde stad was in Al-Jazira, dat tussen Syrië en Irak ligt. ⁴ Zij luisterden naar de Heilige Koran van de Boodschapper van Allah , terwijl hij deze reciteerde tijdens het gebed (Salat). Toen hij klaar was met zijn gebed aanvaardden zij de Islam en keerden terug naar hun volk zodat zij hen konden informeren over hun aanvaarding van de Islam en de details van de goddelijke boodschap aan hen konden vertellen. ⁵ Er wordt geciteerd dat Profeet Mohammed Surah Al-Rahman reciteerde in de eerste Raka't en Surah Al-Djinn in de tweede Raka't. ⁶ Allah de Almachtige noemde de ontmoeting van Profeet Mohammed met de djinn als:

وَإِذْ صَرَفْنَا إِلَيْكَ نَفَرًا مِنَ الْجِنِّ يَسْتَمِعُونَ الْقُرْآنَ فَلَمَّا حَضَرُوهُ قَالُوا أَنْصِتُوا فَلَمَّا قُضِيَ وَلَّوْا إِلَى قَوْمِهِمْ مُنْذِرِينَ 29 قَالُوا يَاقَوْمَنَا إِنَّا سَمِعْنَا كِتَابًا أُنْزِلَ مِنْ بَعْدِ مُوسَى مُصَدِّقًا لِمَا بَيْنَ يَدَيْهِ يَهْدِي إِلَى الْحَقِّ وَإِلَى طَرِيقٍ مُسْتَقِيمٍ 30 يَاقَوْمَنَا أَجِيبُوا دَاعِيَ اللَّهِ وَآمِنُوا بِهِ يَغْفِرْ لَكُمْ مِنْ ذُنُوبِكُمْ وَيُجِرْكُمْ مِنْ عَذَابٍ أَلِيمٍ 31⁷

En toen Wij een groep djinn naar u deden komen, terwijl zij aandachtig naar de Koran luisterden, (en) toen zij daar kwamen (d.w.z. voor de heilige aanwezigheid van de Boodschapper ), zeiden zij (tegen elkaar): 'Zwijgt.' En toen (de recitatie) voorbij was, gingen zij terug als waarschuwers voor hun volk (d.w.z. de oproepers tot de waarheid). Zij zeiden: "O onze mensen, voorwaar, wij hebben een Boek gehoord dat is neergezonden na (de Torah van) Musa (Moesa). Het bevestigt (de Boeken) die eraan voorafgingen en leidt naar de Waarheid en de rechte weg. O onze mensen! Aanvaard de oproep van de Oproeper (de Heilige Profeet Mohammed ) tot Allah en geloof in hem. Allah zal dan jullie zonden vergeven en jullie redden van een pijnlijke bestraffing.

Soerah Al-Djinn verwijst ook naar sommige djinn die naar de Koran luisterden in de volgende woorden:

قُلْ أُوحِيَ إِلَيَّ أَنَّهُ اسْتَمَعَ نَفَرٌ مِنَ الْجِنِّ فَقَالُوا إِنَّا سَمِعْنَا قُرْآنًا عَجَبًا 1 يَهْدِي إِلَى الرُّشْدِ فَآمَنَّا بِهِ وَلَنْ نُشْرِكَ بِرَبِّنَا أَحَدًا 2 وَأَنَّهُ تَعَالَى جَدُّ رَبِّنَا مَا اتَّخَذَ صَاحِبَةً وَلَا وَلَدًا 3⁸

Zeg: Mij is geopenbaard dat een groep djinn naar mijn voordracht luisterde. Zij zeiden: "Wij hebben werkelijk een prachtige Koran gehoord. Hij wijst de weg van de leiding aan. Daarom hebben wij erin geloofd en wij zullen nooit een deelgenoot aan onze Heer (Allah Almachtig) toekennen. En verheven is de glorie van onze Heer: Hij heeft geen vrouw en geen kinderen genomen.

De bovengenoemde verzen bevestigen dat de djinn vol ontzag waren nadat ze naar de verzen van de Heilige Koran hadden geluisterd en ze erkenden dat het goddelijke leiding was. Ze accepteerden de boodschap van de eenheid van Allah, prezen Hem en zwoeren zich voortaan aan geen enkele vorm van Shirk (Polytheïsme) te zullen overgeven. Bukhari heeft ook een incident vastgelegd dat vergelijkbaar is met het hierboven genoemde incident. Volgens de overlevering van Bukhari leidde Profeet Mohammed het Fajr-gebed toen de djinn arriveerden. Bukhari citeert:

قال :فانطلق الذين توجهو نحو تھامة الي رسول اللّٰه صلي اللّٰه عليه وسلم وهو عامد الي سوق عكاظ وهو يصلي باصحابه صلاة الفجر فلما سمعو القرآن تسمعو له فقالو هذا الذي حال بينكم وبين خبر السماء فهنالك رجعو الي قومهم، فقالوا: يا قومنا (انا سمعنا قرآنا عجبا، علي نبيه صلى اللّٰه عليه وسلم: (قل اوحي الي انه استمع نفر من الجن) (الجن:1) وانما اوحي اليه قول الجن" ⁹

Those (of the jinn) who had set out towards Tihama, went to Allah's Messenger at Nakhla (a place between Makkah and Taif) while he was on his way to Market of Ukaz. (They met him) while he was offering the Fajr prayer with his companions. When they heard the Holy Quran being recited (by Allah's Messenger), they listened to it and said (to each other). This is the thing which has intervened between you and the news of the Heavens. Then they returned to their people and said, O our people! We have really heard a wonderful recital (Quran). It gives guidance to the right, and we have believed therein. We shall not join in worship, anybody with our Lord. Then Allah revealed to His Prophet (Verses of Surat Al-Jinn): 'Say: It has been revealed to me that a group of jinn listened (to the Quran).' The statement of the jinn was revealed to him.

Sommige van de vertellers vermeldden dat er 9 djinn waren terwijl anderen suggereerden dat hun aantal 7 was. Vier van hen waren van Nasibin terwijl drie van Haran waren. ¹⁰ Al-Tabari citeert Muhammad ibn Ishaq en noemt de namen van de djinn, die naar de Koran luisterden, als Hassa (حسا), Massa (مسا), Shasir (شاصر), Nasir (ناصر), Ayna Al-Ard (ايناالارد), Aynayn (اينين), en Al-Ahqam (الاحقم). ¹¹ Sommigen hebben Al-Adras (الادراس), Wardan (وردان) en Al-Ahqab (الاحقاب) toegevoegd naast de eerste vier. Al-Suhaili noemt ook Munshi (منشی) en Mashi (ماشی) naast Shasir (شاصر), Masir (ماصر) en Al-Ahqab (الأقحب). ¹² Er wordt ook gezegd dat Al-Ahqab (الأحقب) geen naam van een djinn was, het was eerder zijn titel en zijn echte naam was anders. ¹³ Deze djinn waren op zoek naar de oorzaak van de meteoren die hen achtervolgden toen zij de gesprekken van de Engelen probeerden af te luisteren. Maar toevallig kregen zij de kans om naar de Heilige Koran te luisteren. Toen ze het hoorden, wisten ze dat het een goddelijke leiding was, dus accepteerden ze de Islam en predikten het ook aan de andere leden van hun gemeenschap. ¹⁴ Hun inspanningen resulteerden in de bekering van duizenden djinns tot de Islam.

Het is overgeleverd van Ka'b Al-Ahbar dat Al-Ahqab en zijn vrienden Islam predikten aan hun natie. Als gevolg daarvan kwamen 300 van hen om Profeet Mohammed te bezoeken. Toen kwam Al-Ahqab naar Profeet Mohammed en zei dat zijn natie hem wilde ontmoeten, dus Profeet Mohammed vertelde hem om hem 's nachts te ontmoeten in Hajoon. Later werd deze nacht onder de metgezellen beroemd als “De Nacht van Djinn”. Tijdens deze nacht zagen de metgezellen dat Profeet Mohammed niet in zijn lokalen was, en begonnen een zoektocht naar hem. Zij keerden zonder succes terug. Het was de ergste nacht voor de metgezellen van Profeet Mohammed omdat ze zich zorgen over hem maakten. In de ochtend keerde de Boodschapper van Allah terug en vertelde de metgezellen over zijn ontmoeting met de djinn. ¹⁵

Het is verhaald door Ikramah , op gezag van Ibn Abbas dat, 12.000 djinn Profeet Mohammed op een bepaald moment bezochten. De verhalen suggereren dat de djinn de Heilige Profeet meerdere malen ontmoetten. Bij de eerste gelegenheid luisterden de djinn naar de Heilige Koran terwijl ze gewoon voorbijliepen. Maar later kwamen deze djinn opzettelijk naar Profeet Mohammed om te leren over de regels van de Islam. Dit was het resultaat van de prediking van de bovengenoemde groep djinn. Er wordt gezegd dat deze djinn de volgelingen van Profeet Mozes sym-4 waren. Daarom noemden zij Profeet Mozes (Musa) sym-4 en vergeleken zij de Koran met de openbaring aan Mozes . ¹⁶

• ¹  Muhammad ibn Saad Al-Basri (1968), Tabqat Al-Kubra, Dar Sadir, Beirut, Lebanon, Vol. 1, Pg. 212.
• ²  Muhammad ibn Yusuf Al-Salihi Al-Shami (1993), Subul Al-Huda wal-Rashad fe Seerat Khair Al-Abad, Dar Al-Kutub Al-Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 2, Pg. 443
• ³  Muhammad ibn Jareer Al-Tabari (1387 A.H.), Tareekh Al-Tabari, Dar Al-Turath, Beirut, Lebanon, Vol. 2, Pg. 346-347.
• ⁴  Abu Al-Fadl Ahmed ibn Ali Al-Asqalani (1379 A.H.), Fath Al-Bari Sharah Sahih Al-Bukhari, Dar Al-Ma’rifah, Beirut, Lebanon, Vol. 7, Pg. 172
• ⁵  Abd Al-Malik ibn Hisham (1955), Al-Seerat Al-Nabawiyah le-ibn Hisham, Shirkah Maktabah wa Matba’ Mustafa Al-Babi, Cairo, Egypt, Vol. 1, Pg. 422
• ⁶  Ahmed ibn Zaini Dahlan (1996), Al-Seerat Al-Nabawiyah, Dar Al-Qalam Al-Arabi, Aleppo, Syria, Vol. 1, Pg. 273.
• ⁷  Holy Quran, Al-Ahqaf (The Dunes) 46: 29-31
• ⁸  Holy Quran, Al-Jinn (The Jinn) 72: 1-3
• ⁹  Muhammad ibn Ismail Al-Bukhari (1999), Sahih Al-Bukhari, Hadith: 4921, Dar Al-Salam, Riyadh, Saudi Arabia, Pg. 876.
• ¹⁰  Abu Al-Fadl Ahmed ibn Ali Al-Asqalani (1379 A.H.), Fath Al-Bari Sharah Sahih Al-Bukhari, Dar Al-Ma’rifah, Beirut, Lebanon, Vol. 8, Pg. 674.
• ¹¹  Muhammad ibn Jareer Al-Tabari (1387 A.H.), Tareekh Al-Tabari, Dar Al-Turath, Beirut, Lebanon, Vol. 2, Pg. 347.
• ¹²  Abd Al-Rahman ibn Abdullah Al-Suhaili (2000), Al-Raudh Al-Unf fe-Sharha Al-Seerat Al-Nabawiyah, Dar Al-Ihya Al-Turath Al-Arabi, Beirut, Lebanon, Vol. 4, Pg. 31.
• ¹³  Abu Al-Fadl Ahmed ibn Ali Al-Asqalani (1379 A.H.), Fath Al-Bari Sharah Sahih Al-Bukhari, Dar Al-Ma’rifah, Beirut, Lebanon, Vol. 8, Pg. 674.
• ¹⁴  Muhammad ibn Ismail Al-Bukhari (1999.), Sahih Al-Bukhari, Hadith: 4921, Dar Al-Salam, Riyadh, Saudi Arabia, Pg. 876.
• ¹⁵  Muhammad ibn Yusuf Al-Salihi Al-Shami (1993), Subul Al-Huda wal-Rashad fe Seerat Khair Al-Abad, Dar Al-Kutub Al-Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 2, Pg. 444.
• ¹⁶  Abu Al-Fadl Ahmed ibn Ali Al-Asqalani (1379 A.H.), Fath Al-Bari Sharah Sahih Al-Bukhari, Dar Al-Ma’rifah, Beirut, Lebanon, Vol. 8, Pg. 674.