Encyclopedia of Muhammad

Bouw van de Masjid-e-Quba (moskee Quba)

Published on: 18-Aug-2025
Bouw van de Masjid-e-Quba (moskee Quba)
Bouw van de Masjid-e-Quba (moskee Quba)
Aankomst in Quba:De Profeet ﷺ arriveerde op 8 Rabi al-Awwal; het 14e jaar van het profeetschap.Eerste moskee:Gebouwd door eerdere Muhajirien; gebruikt voor gebed in de richting van Bait al-Maqdas.Wederopbouw:After Qiblah changed to Ka'bah; foundation laid by Prophet Muhammad ﷺ.Beloningen voor het gebed:Gelijk aan de beloning van het verrichten van een Umrah .Betekenis:Eerste moskee gebouwd door de Profeet Mohammed ﷺ; symbool van vroomheid en eenheid.
LanguagesEnglishEspanolPortuguese

De Heilige Profeet sym-9 arriveerde in Quba op de 8e dag van Rabi Al-Awwal in het veertiende jaar van zijn Profeetschap, oftewel op 23 september 622 n.Chr. 1 Volgens overleveringen verbleef hij na zijn aankomst ofwel in het huis van Kalthum ibn Al-Hadam sym-8, die tot de stam van Bani Amr ibn Auf behoorde, ofwel in het huis van Saad ibn Khaythama sym-8. 2 Ibn Saad stelt echter dat het vaststaat dat de Heilige Profeet sym-9 in het huis van Kalthum sym-8 verbleef. 3 Sommigen beweren dat hij in het huis van Kalthum verbleef en vergaderingen hield in het huis van Saad ibn Khaithama sym-8. Verder verbleef Abu Bakr sym-8 in het huis van Khubaib ibn Asaaf sym-8 of Kharja ibn Zaid sym-8. 4

Gebed in Quba

Voordat de Heilige Profeet sym-9 in Quba aankwam, waren er al veel muhajireen daar aangekomen. Bovendien waren dankzij de inspanningen van Mus'ab ibn Umair sym-8 veel mensen in Quba en Yathrib tot de Islam bekeerd en hadden ze moskeeën gebouwd om te bidden. Toen de Heilige Profeet sym-9 in Quba aankwam, was er dus al een moskee gebouwd, en de Heilige Profeet sym-9 bad daarin. Het verslag wordt als volgt vermeld:

وعن جابر «لبثنا بالمدينة قبل أن يقدم النبي صلى اللّٰه عليه وسلم بسنتين، نعمر المساجد، ونقيم الصلاة». 5
Jabir sym-8 heeft verteld: “Wij verbleven in Medina (dat behoort tot Yathrib en omgeving) gedurende twee jaar voordat de Heilige Profeet sym-9 kwam. Wij bouwden moskeeën en verrichtten daarin het gebed.”
وكان من يقدم رسول اللّٰه صلى اللّٰه عليه وسلم إلى المدينة، بعد أبى سلمة بن عبد الأسد، ومن نزلوا عليه بقباء، بنوا مسجدا يصلون فيه، والصلاة يومئذ إلى بيت المقدس، فجعلوا قبلته إلى ناحية بيت المقدس، فلما قدم رسول اللّٰه صلى اللّٰه عليه وسلم صلى بهم فيه. 6
De mensen die vóór de Heilige Profeet sym-9 en na Abu Salama ibn Abdul Asad naar Medina kwamen, vestigden zich in Quba. Ze bouwden daar een moskee en baden daarin. In die tijd baden we in de richting van Bait Al-Maqdas. Toen de Heilige Profeet sym-9 kwam, bad hij met ons in die moskee.

De Heilige Profeet sym-9 bad in de richting van Bait Al-Maqdas of Masjid Al-Aqsa toen hij in Mekka was, omdat Allah hem had geleid om in die richting te kijken. 7 Deze verandering vond ongeveer drie jaar voor de migratie plaats, dus de metgezellen waren hiervan op de hoogte. Daarom hadden ze er geen bezwaar tegen toen hij naar Quba kwam en in die richting bad. Bovendien bad de Profeet Mohammed sym-9, toen hij in Mekka was, in de richting van Bait Al-Maqdas, met de Heilige Ka'bah voor zich, 8 en daarom had geen enkele polytheïst in Mekka daar bezwaar tegen. Deze overleveringen tonen aan dat er al eerder door de Muhajireen een kleine moskee in Quba was gebouwd en dat Masjid-e-Quba later door de Heilige Profeet sym-9 werd herbouwd.

Grond voor Masjid-e-Quba

Toen de inwoners van Quba de Heilige Profeet sym-9 vroegen om eigenhandig een moskee te bouwen in Quba, zei de Heilige Profeet sym-9 dat een van de mensen die in de buurt zat, moest opstaan en op een kameel moest gaan zitten. Abu Bakr sym-8 ging op die kameel zitten, maar deze bewoog niet, dus keerde hij terug.

Vervolgens ging Umar sym-8 erop zitten, maar ook deze kameel bewoog niet, dus keerde ook hij terug. De Heilige Profeet sym-9 herhaalde dat een van de mensen die in de buurt zat, moest opstaan en op deze kameel moest gaan zitten. Toen ging Umar sym-8 erop zitten, maar ook hij kwam terug omdat de kameel nog steeds niet bewoog. De Heilige Profeet sym-9 herhaalde dat een van de mensen die in de buurt zat moest opstaan en op deze kameel moest gaan zitten. Daarom ging Ali sym-8 erop zitten, en de kameel stond op. De Profeet Mohammed sym-9 vroeg de mensen om het touw van de kameel los te maken en hem vrij te laten rondlopen, zoals was bevolen. Vervolgens gaf hij opdracht om een moskee te bouwen op het terrein dat deze kameel had omcirkeld. 9 Zo werd het terrein aangewezen, werd het land gekocht van Kulthum sym-8 en werd de moskee gebouwd. De details over de herbouw van de moskee worden vermeld in de volgende overlevering:

أنه صلى اللّٰه عليه وسلم لما أراد بناءه قال: يا أهل قباء ائتوني بأحجار من الحرة، فجمعت عنده أحجار كثيرة. 10
Toen de Heilige Profeet sym-9 besloot om de moskee te bouwen, zei hij: O mensen van Quba, kom naar mij toe met stenen uit Al-Hurrah. Daarom verzamelden ze veel stenen. Deze stenen werden gebruikt voor de bouw van de moskee.

Wederopbouw van Masjid-e-Quba

Masjid-e-Quba werd herbouwd toen de richting van de Qiblah opnieuw werd veranderd van Bait Al-Maqdas naar Ka'bah door Allah de Almachtige. Dit wordt vermeld als:

عن أبي سعيد الخدري قالوا: لما صرفت القبلة إلى الكعبة أتى رسول اللّٰه صلى اللّٰه عليه وسلم - مسجد قباء فقدم جدار المسجد إلى موضعه اليوم وأسسه. 11
Saeed Al-Khudri heeft overgeleverd: ‘ze zeiden: ‘toen de Qiblah werd veranderd naar Ka'bah, kwam de Heilige Profeet sym-9 naar Masjid-e-Quba, ging naar het gebied waar vandaag de muren van Masjid-e-Quba staan en legde (opnieuw) de fundering’.”

Een andere overlevering wordt vermeld als:

وفى هذه السنة كان تجديد بناء مسجد قباء روى عن أبى سعيد الخدرى قال لما صرفت القبلة الى الكعبة اتى رسول اللّٰه صلّى اللّٰه عليه وسلم مسجد قباء فقدم جدار المسجد الى موضعه اليوم وأسسه بيده وحوّل قبلته الى جهة الكعبة وكانت الى جهة بيت المقدس ونقل رسول اللّٰه صلّى اللّٰه عليه وسلم وأصحابه الحجارة لبنائه. 12
In dit jaar werd de fundering van Masjid-e-Quba opnieuw gelegd. Saeed Al-Khudri heeft gezegd: Toen de Qibla werd veranderd in de richting van de Ka'bah, kwam de Heilige Profeet sym-9 naar Masjid-e-Quba, ging naar het gebied waar vandaag de muren van Masjid-e-Quba staan en legde (opnieuw) de fundering en veranderde de richting naar de Ka'bah. Voorheen was deze gericht in de richting van Bait Al-Maqdas. De metgezellen volgden de Heilige Profeet sym-9 terwijl ze stenen legden in de fundering van de moskee.

Hiermee staat vast dat de Heilige Profeet sym-9 de basis legde voor de Masjid-e-Quba, 16 of 17 maanden na de migratie, aangezien de Qiblah of de gebedsrichting op dat moment werd gewijzigd. Wat betreft de Qiblah van Masjid-e-Quba, wordt vermeld dat deze moskee de meest perfecte Qiblah heeft, aangezien de engel Djibriel (Gabriël) sym-4 de Heilige Profeet sym-9 begeleidde bij het bepalen van de richting ervan. Er wordt in verschillende overleveringen verslag gedaan:

وقد ورد في حديث أن جبرائيل عليه السلام هو الذي أشار للنبي صلى اللّٰه عليه وسلم إلى موضع قبلة مسجد قباء. 13
In een hadith wordt vermeld dat de engel Djibriel (Gabriël) sym-4 vanuit Masjid-e-Quba de richting van de Qiblah aangaf aan de Heilige Profeet sym-9.
إن جبريل عليه السلام هو يؤم الكعبة. قالت: " فكان يقال: إنه أقوم مسجد قبلة. 14
De engel Djibriel (Gabriël) sym-4 wees de richting van de Qiblah aan. Zij (Al-Shamoos bint Noman) zei dat er gezegd wordt dat deze moskee (Quba) de meest nauwkeurige Qiblah heeft.Toen de richting van de Qiblah was vastgesteld, begon de Heilige Profeet sym-9 samen met zijn metgezellen met de bouw van de moskee. Dit wordt in de overleveringen vermeld als:
عن ابن رقيش قال: «بنى رسول اللّٰه صلى اللّٰه عليه وسلم مسجد قباء وقدم القبلة إلى موضعها اليوم، وقال جبريل يؤم بي البيت». 15
Ibn Ruqaish verklaarde: De Heilige Profeet sym-9 bouwde de Masjid-e-Quba en verplaatste de Qiblah naar (de richting) waar deze nu vastgesteld is. Hij zei ook dat de engel Djibriel (Gabriël) sym-4 de richting van de Bait (Ka'bah) aangaf.
أن رسول اللّٰه صلى اللّٰه عليه وسلم حين أسسه كان هو أول من وضع حجرا في قبلته ثم جاء أبو بكر بحجر فوضعه ثم جاء عمر بحجر فوضعه إلى حجر أبي بكر ثم أخذ الناس في البنيان. 16
Toen de Heilige Profeet sym-9 de fundering (van moskee Quba) legde, was hij de eerste die de stenen in de Qiblah plaatste, waarna Abu Bakr sym-8 met een steen kwam en deze vastzette (in navolging van de Profeet Mohammed sym-9), daarna kwam Umar sym-8 met een steen en zette deze vast in de richting van de steen van Abu Bakr sym-8, en toen sloten alle andere mensen zich aan en legden de fundering.
عن الشموس بنت النعمان، قالت: نظرت إلى رسول اللّٰه صلى اللّٰه عليه وسلم حين قدم، ونزل وأسس هذا المسجد، مسجد قباء، فرأيته يأخذ الحجر - أو الصخرة - حتى يصهره الحجر، وأنظر إلى بياض التراب على بطنه وسرته، فيأتي الرجل من أصحابه ويقول: بأبي وأمي يا رسول اللّٰه، أعطني أكفك، فيقول: «لا خذ حجرا مثله» حتى أسسه. 17
Al-Shamoos bint Noman heeft gezegd: ‘Ik keek naar de Heilige Profeet sym-9 toen hij kwam en de fundering van deze moskee, Masjid-e-Quba, ging leggen. Ik zag dat hij een steen, of een grote steen, had opgetild en door het gewicht ervan een beetje vooroverboog. Ik zag wit zand op zijn (gezegende) buik. Een van zijn metgezellen kwam naar hem toe en zei: “Op u rust de zegen van mijn vader en moeder, o Profeet van Allah sym-9! Geef mij deze steen, zodat ik hem voor u kan optillen.” De Heilige Profeet sym-9 zei: “Nee, neem een andere steen zoals deze.” (Hij ging door met werken) totdat de fundering was gelegd.’

Zegeningen van deze Moskee

De Heilige Profeet sym-9 heeft verschillende zegeningen en beloningen genoemd voor degene die bidt in Masjid-e-Quba. Deze worden genoemd als:

...أنه قال: "صلاة في مسجد قباء كعمرة" 18
De Heilige Profeet sym-9 heeft gezegd: ‘Bidden in Masjid-e-Quba is vergelijkbaar met de Umrah (kleine bedevaart).’
قال رسول اللّٰه صلى اللّٰه عليه وسلم: من تطهر في بيته، ثم أتى مسجد قباء، فصلى فيه صلاة كان له كأجر عمرة. 19
De Heilige Profeet sym-9 heeft gezegd: ‘Degene die zich thuis reinigt (Ghusl/wassing verricht), vervolgens naar Masjid-e-Quba komt en daar bidt, zal voor zijn gebed de beloning van een Umrah (kleine bedevaart) ontvangen.’

Sommige mensen beweren dat Allah de Almachtige Masjid-e-Quba heeft verheerlijkt omdat het een Moskee is die is gesticht op basis van vroomheid. Bij het doen van deze bewering verwijzen zij naar het volgende vers:

لَا تَقُمْ فِيهِ أَبَدًا لَمَسْجِدٌ أُسِّسَ عَلَى التَّقْوَى مِنْ أَوَّلِ يَوْمٍ أَحَقُّ أَنْ تَقُومَ فِيهِ فِيهِ رِجَالٌ يُحِبُّونَ أَنْ يَتَطَهَّرُوا وَاللَّهُ يُحِبُّ الْمُطَّهِّرِينَ 10820
Sta nooit (om te bidden) in die moskee (Al-Darrar Moskee). Er is een moskee waarvan de fundamenten vanaf de eerste dag op vroomheid zijn gelegd; die is meer waardig om daarin te staan (voor het gebed). Daarin zijn mannen die ervan houden om gezuiverd te worden; en Allah houdt van degenen die zichzelf zuiveren.

In dit vers wordt geen specifieke naam van een moskee genoemd, maar de Ahadith (meervoud van hadith – overleveringen van de Profeet sym-9) vermelden duidelijk de naam waarnaar dit vers verwijst. De overleveringen worden vermeld als:

اختلف رجلان - أو امتريا - رجل من بني خدرة، ورجل من بني عمرو بن عوف في المسجد الذي أسس على التقوى، قال الخدري: هو مسجد رسول اللّٰه صلى اللّٰه عليه وسلم، وقال العمري: هو مسجد قباء فأتيا رسول اللّٰه صلى اللّٰه عليه وسلم فسألاه عن ذلك، فقال: " هو هذا المسجد لمسجد رسول اللّٰه صلى اللّٰه عليه وسلم " وقال: " في ذاك خير كثير " يعني مسجد قباء. 21
Twee mannen, één uit Bani Khudrah en één uit Bani Amr ibn Awf, waren het oneens of hadden ruzie over de moskee die was gesticht op basis van vroomheid. De man uit Khudri zei: “Het is de moskee van de Heilige Profeet sym-9”, de man uit de Al-Amr-stam zei: “Het is Masjid-e-Quba.” Beiden gingen naar de Heilige Profeet sym-9 en vroegen hem naar deze kwestie. Hij zei: “Die moskee (genoemd in het vers) is de moskee van de Heilige Profeet sym-9”. En hij zei ook: “Er is veel goeds in, d.w.z. in Masjid-e-Quba.”

Soortgelijke uitleg is ook te vinden in de Ahadith van Musnad abi Shaibah 22 en Musnad Al-Imam Ahmed ibn Hanbal, 23 waaruit blijkt dat Masjid-e-Quba niet de moskee was die in het vers wordt genoemd, maar dat er verschillende beloningen en zegeningen zijn voor de mensen die er bidden.


  • 1  Safi Al-Rahman Al-Mubarakpuri (2010), Al-Raheeq Al-Makhtum, Dar ibn Hazam, Beirut, Lebanon, Pg. 191
  • 2  Abd Al-Malik ibn Hisham (1955), Al-Seerat Al-Nabawiyah le-ibn Hisham, Shirkah Maktabah wa Matba’a Mustafa Al-Babi, Cairo, Egypt, Pg. 1, Vol. 493.
  • 3  Muhammad ibn Saad Al-Basri (1990), Tabqat Al-Kubra, Dar Al-Kutub Al-Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 1, Pg. 180.
  • 4  Muhammad ibn Yusuf Al-Salihi Al-Shami (1993), Subul Al-Huda wal-Rashad fi Seerat Khair Al-Abad, Dar Al-Kutub Al-Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 3, Pg. 266.
  • 5  Ali ibn Ibrahim ibn Ahmed Al-Halabi (1427 A.H.), Al-Seerah Al-Halabiyah, Dar Al-Kutub Al-Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 2, Pg. 76.
  • 6  Ahmed ibn Yahya ibn Jabir ibn Dawood Al-Baladhuri (1996), Jumal Min Ansab Al-Ashraf, Dar Al-Fikr, Beirut, Lebanon, Vol. 1, Pg. 263-264.
  • 7  Abu Al-Fadl Ahmed ibn Ali Al-Asqalani (1379 A.H.), Fath Al-Bari Sharah Sahih Al-Bukhari, Dar Al-Ma’rifah, Beirut, Lebanon, Vol. 1, Pg. 502.
  • 8  Abu Abdullah Ahmed ibn Muhammad ibn Hanbal (2001), Musnad Al-Imam Ahmed ibn Hanbal, Hadith: 2991, Muassasah Al-Risala, Beirut, Lebanon, Vol. 5, Pg. 136.
  • 9  Muhammad ibn Yusuf Al-Salihi Al-Shami (1993), Subul Al-Huda wal-Rashad fi Seerat Khair Al-Abad, Dar Al-Kutub Al-Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 3, Pg. 268.
  • 10  Ali ibn Ibrahim ibn Ahmed Al-Halabi (1427 A.H.), Al-Seerah Al-Halabiyah, Dar Al-Kutub Al-Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 2, Pg. 76.
  • 11  Muhammad ibn Saad Al-Basri (1990), Tabqat Al-Kubra, Dar Al-Kutub Al-Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 1, Pg. 188.
  • 12  Husain ibn Muhammad ibn Al-Hasan Al-Diyar Bikri (N.D.), Tareekh Al-Khamees fi-Ahwal Anfus Al-Nafees, Dar Sadir, Beirut, Lebanon, Vol. 1, Pg. 368.
  • 13  Abul Fida Ismael ibn Kathir Al-Damishqi (1976), Al-Seerat Al-Nabawiyah le-ibn Kathir, Dar Al-Ma’rifat lil Taba’at wal-Nashr wal-Tawzi, Beirut, Lebanon, Vol. 2, Pg. 293.
  • 14  Abu Al-Qasim Sulaiman ibn Ahmed Al-Tabarani (1994), Mu'jam Al-Kabeer, Hadith: 802, Maktaba ibn Al-Taymiyyah, Cairo, Egypt, Vol. 24, Pg. 318.
  • 15  Umar ibn Shuba Al-Basri (1399 A.H.), Tareekh Al-Madinah, N.P., Jeddah, Saudi Arabia, Vol. 1, Pg. 51.
  • 16  Abd Al-Rahman ibn Abdullah Al-Suhaili (2000), Al-Raudh Al-Unf fi Sharha Al-Seerat Al-Nabawiyah, Dar Al-Ihya Al-Turath Al-Arabi, Beirut, Lebanon, Vol. 4, Pg. 154.
  • 17  Abu Al-Qasim Sulaiman ibn Ahmed Al-Tabarani (1994), Mu'jam Al-Kabeer, Hadith: 802, Maktaba ibn Al-Taymiyyah, Cairo, Egypt, Vol. 24, Pg. 318.
  • 18  Muhammad ibn Yazid ibn Majah Al-Qazwini (2009), Sunan ibn Majah, Hadith: 1411, Dar Al-Salam, Riyadh, Saudi Arabia, Pg. 249.
  • 19  Ibid, Hadith: 1412, Pg. 249-250.
  • 20  Holy Quran, Al-Tawbah (The Repentance) 9: 108.
  • 21  Abu Abdullah Ahmed ibn Muhammad ibn Hanbal (2001), Musnad Al-Imam Ahmed ibn Hanbal, Hadith: 11178, Muassasah Al-Risala, Beirut, Lebanon, Vol. 17, Pg. 271.
  • 22  Abu Bakr ibn Abi Shaibah (1997), Musnad Abi Shaibah, Hadith: 92, Dar Al-Watan, Riyadh, Saudi Arabia, Vol. 1, Pg. 83.
  • 23  Abu Abdullah Ahmed ibn Muhammad ibn Hanbal (2001), Musnad Al-Imam Ahmed ibn Hanbal, Hadith: 11046, Muassasah Al-Risala, Beirut, Lebanon, Vol. 17, Pg. 99.

Powered by Netsol Online