Encyclopedia of Muhammad
Geboorte: 593 C.E Ondergang: 20 or 21 A.H. Leeftijd: 53 Jaren Geboorteplaats: Makkah Vader: Jahsh bin R'aab Moeder: Umaiyah bint Abdul Muttalib Echtgenoten: Zaib bin Harith رضى الله عنه Prophet Muhammad ﷺ Titel: Umm-ul-Momineen Stam: Quraish Rustplaats: Jannat-ul-Baqi

Languages

English اردو Chinese Portuguese Dutch Norwegian Danish

Zaynab Dochter Van Jahsh

Heidi Evelyn Jacobs, Ghazala Wagid Hosain & Allama Tahir Wagid Hosain *

Zaynab, dochter van Jahsh (زينب بنت جحش) , was de eerstegraads nicht van de Profeet Mohammad en werd 17 jaar voor de aankondiging van zijn profeetschap geboren in Mekka. In eerste instantie werd zij Barrah genoemd, later werd haar naam veranderd naar Zaynab . 1 Zij was een buitengewoon mooie vrouw 2 en was eerst getrouwd met Zaid, zoon van Harithah , de geadopteerde zoon van de Profeet Mohammad . Nadat Zaid, zoon van Harithah van haar scheidde, trouwde zij met de Profeet Mohammad 3 en werd één van de Moeders der Gelovigen.

Afkomst

Zij was Zaynab, dochter van Jahsh , zoon van Riab, zoon van Yamar, zoon van Subayrah, zoon van Murrah, zoon van Katheer, zoon van Ghunm, zoon van Doodan, zoon van Asad, zoon van Khuzaymah. 4 Haar moeder was Umaymah, dochter van Abdul Muttalib, zoon van Hashim, 5 de tante van de Heilige Profeet . 6

Huwelijk Met Zaid Zoon Van Harithah

Zaid was de zoon van Harithah, zoon van Sharheel van de stam Banu Kalb. Op 8-jarige leeftijd vergezelde hij zijn moeder om haar familie te bezoeken. Toen zij hun bestemming hadden bereikt werden zij aangevallen en werd Zaid ontvoerd. Later werd hij als slaaf verkocht op de markt van Ukkaz. De koper, een neefje van Khadijah, dochter van Khuwaylid, gaf Zaid als geschenk aan zijn tante, die hem aan de Profeet Mohammad schonk nadat zij hem trouwde. 7

De Profeet Mohammad bevrijdde Zaid en benoemde hem tot zijn zoon. Vanaf dat moment werd hij Zaid zoon van Mohammad 8 Toen Zaid de huwbare leeftijd bereikte, wilde de Heilige Profeet het beste voor hem. Hij koos daarom Zaynab bint Jahsh de dochter van zijn tante, om met zijn geadopteerde zoon te trouwen. Zaynab en haar familie accepteerde dit verzoek niet, omdat Zaid een bevrijdde slaaf was, terwijl Zaynab een nobele vrouw was van hogere klasse. 9

De Heilige Profeet probeerde Zaynab en haar familie te overtuigen door duidelijk te maken welke status Zaid had in de Islam en hoe nauw hun onderlinge relatie was. Echter gingen zij nog steeds niet akkoord. 10 Als gevolg werd het volgende vers geopenbaard: 11

  وَمَا كَانَ لِمُؤْمِنٍ وَلَا مُؤْمِنَةٍ إِذَا قَضَى اللَّهُ وَرَسُولُهُ أَمْرًا أَنْ يَكُونَ لَهُمُ الْخِيَرَةُ مِنْ أَمْرِهِمْ   ۭ   وَمَنْ يَعْص اللَّهَ وَرَسُولَهُ فَقَدْ ضَلَّ ضَلَالًا مُبِينًا   ۭ   36
  Het past een gelovige man of een gelovige vrouw niet, wanneer Allah en Zijn Boodschapper over een bepaalde zaak een besluit hebben genomen, dat zij hun eigen keuze maken in hun zaak. En degene die Allah en Zijn Boodschapper ongehoorzaam is, verkeert zeker in een duidelijke dwaling.

Zaynab gehoorzaamde het bevel van Allah de Almachtige en trouwde met Zaid .12 Hierdoor slaagde Profeet Mohammad er om de barrières tussen de verschillende maatschappelijke klassen te doorbreken en stelde zijn familie hierin als voorbeeld.

Zaid en Zaynab waren zeer nobele mensen en beiden hielden veel van de Heilige Profeet maar er was een wederzijdse onverenigbaarheid tussen hen die fataal was voor hun huwelijksleven. Zij kon niet vergeten dat Zaid een bevrijdde slaaf was en zij een nobele vrouw. Anderzijds wilde Zaid man des huizes zijn.

De onenigheden duurden voort tot het moment dat het niet langer houdbaar was. Ondanks de inspanningen van Profeet Mohammad kon hun relatie niet worden hersteld.

Intussen werden een aantal verzen geopenbaard, waaruit bleek dat geadopteerde kinderen niet beschouwd konden worden als echte zonen en daarom de naam van hun adoptievader niet kunnen dragen, noch deel kunnen hebben in de erfenis. 13 14 Dit betekende dat Zaid vanaf dat moment Zaid bin Harithah genoemd werd in plaats van Zaid bin Mohammad . 15

Toen de onderlinge spanningen te hoog opliepen vroeg Zaid toestemming aan Profeet Mohammad om van Zaynab te scheiden. Profeet Mohammad stond hun scheiding toe en kreeg het bevel om haar zelf te trouwen. 16 Hij wachtte het voorbijgaan van haar iddat 17 18 af en vroeg Zaynab daarna ten huwelijk.

Huwelijk Met De Profeet Mohammad

Zaynab, dochter van Jahsh , was zeer verheugd toen zij dit hoorde en accepteerde het huwelijksaanzoek. De Profeet Mohammad trouwde met haar in het derde jaar na de Hijrah 19 en schonk haar een bruidsschat van 400 dirhams. 20

Voor het huwelijksfeest offerde Profeet Mohammad een ram en vroeg Anas zoon van Malik mensen uit te nodigen voor het huwelijksfeest. Groepsgewijs kwamen de mensen om het huwelijksfeest te bezoeken, vierden mee en verlieten het feest weer. 21 Sommigen van hen bleven in het huis van de Profeet Mohammad en voerden gesprekken met anderen, ook nadat zij gegeten hadden. Hoewel Profeet Mohammad dit niet op prijs stelde, zei hij hier niets van. Tweemaal verliet hij zelf het huis in de hoop dat zij de boodschap zouden begrijpen en zouden vertrekken maar dat deden zij niet. Toen de mensen eindelijk het huis verlieten werd het volgende vers 22 geopenbaard:

  يَاأَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا لَا تَدْخُلُوا بُيُوتَ النَّبِيِّ إِلَّا أَنْ يُؤْذَنَ لَكُمْ إِلَى طَعَامٍ غَيْرَ نَاظِرِينَ إِنَاهُ   ۙ   وَلَكِنْ إِذَا دُعِيتُمْ فَادْخُلُوا فَإِذَا طَعِمْتُمْ فَانْتَشِرُوا وَلَا مُسْتَأْنِسِينَ لِحَدِيثٍ   ۭ   إِنَّ ذَلِكُمْ كَانَ يُؤْذِي النَّبِيَّ فَيَسْتَحْيِي مِنْكُمْ ۡ وَاللَّهُ لَا يَسْتَحْيِي مِنَ الْحَقِّ   ۭ   وَإِذَا سَأَلْتُمُوهُنَّ مَتَاعًا فَاسْأَلُوهُنَّ مِنْ وَرَاءِ حِجَابٍ   ۭ   ذَلِكُمْ أَطْهَرُ لِقُلُوبِكُمْ وَقُلُوبِهِنَّ   ۭ   وَمَا كَانَ لَكُمْ أَنْ تُؤْذُوا رَسُولَ اللَّهِ وَلَا أَنْ تَنْكِحُوا أَزْوَاجَهُ مِنْ بَعْدِهِ اَبَدًا   ۭ   إِنَّ ذَلِكُمْ كَانَ عِنْدَ اللَّهِ عَظِيمًا 53
  O gelovigen! Betreed het huis van de Heilige Profeet (vrede zij met hem) tenzij jullie toestemming is gegeven voor een maaltijd. En gaat niet zo vroeg dat je moet wachten voor het bereiden van de maaltijd. Maar wanneer jullie uitgenodigd zijn, wees dan welkom (op die tijd). En vertrek na het nuttigen van de maaltijd, zonder oponthoud en dralen in de wens om te praten. Waarlijk, het langdurig bezoek maakt de Heilige Profeet (vrede zij met hem) ongemakkelijk en voelt zich ongemakkelijker om je te vragen (te vertrekken), maar Allah is niet terughoudend in (het spreken van) de waarheid. En wanneer jullie hen (de vrome vrouwen) iets vragen, vraag hen vanachter een gordijn. Dit (met respect en vriendelijkheid) is de grote reinheid van jullie hart en hun harten. En het is jullie niet toegestaan om de Heilige Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) ongemak te veroorzaken noch zijn (vrome) vrouwen ooit na hem te trouwen. Dat is voorzeker de meest grote zonde bij Allah.

Na de openbaring van dit vers werd de hijab opgelegd aan de vrouwen van Profeet Mohammad en aan moslimvrouwen in het algemeen, om hen en hun waardigheid te beschermen.

Na haar huwelijk met de Profeet Mohammed beweerden de heidenen en huichelaars dat de Heilige Profeet getrouwd was met de gescheiden vrouw van zijn zoon (God verhoede), 23 maar hun propaganda was nutteloos aangezien Allah de Almachtige deze twee verzen 24 25 al had geopenbaard:

  مَا كَانَ مُحَمَّدٌ أَبَا أَحَدٍ مِنْ رِجَالِكُمْ وَلَكِنْ رَسُولَ اللَّهِ وَخَاتَمَ النَّبِيِّينَ  ۰ۭ   وَكَانَ اللَّهُ بِكُلِّ شَيْءٍ عَلِيمًا   ۧ   40
  Mohammed (vrede zij met hem) is niet de vader van jullie mannen, maar hij is de Boodschapper van Allah en de Laatste der Profeten (waarmee de keten der profeten gesloten werd). En Allah is de Alwetende.
  ادْعُوهُمْ لِآبَائِهِمْ هُوَ أَقْسَطُ عِنْدَ اللَّهِ  ۰ۚ   فَإِنْ لَمْ تَعْلَمُوا آبَاءَهُمْ  ۰ۭ فَإِخْوَانُكُمْ فِي الدِّينِ وَمَوَالِيكُمْ وَلَيْسَ عَلَيْكُمْ جُنَاحٌ فِيمَا أَخْطَأْتُمْ بِهِ  ۰ۭ وَلَكِنْ مَا تَعَمَّدَتْ قُلُوبُكُمْ ۰ۙ  وَكَانَ اللَّهُ غَفُورًا رَحِيمًا 5
  Noemen jullie hen (geadopteerde zonen) naar hun vaders (naam). Dat is het juiste bij Allah. Vervolgens, als jullie hun vader niet kennen, dan zijn zij jullie broeders in het geloof en jullie vrienden. En er is geen zonde in dat wat gezegd is in onwetendheid maar (het zal zeker een zonde zijn) wat jullie hart bedoelen. En Allah is Vergevingsgezind, uiterst Barmhartig.

Zaynabs Karakter

Zaynab was een zeer vrijgevige dame 26 met een zeer moraal karakter. Ondanks haar kleine problemen met Aisha verdedigde ze Aisha toen ze werd belasterd, zelfs tegenover haar eigen zus. 27 Aisha erkende dit ook en zei:

  “Ik heb nog nooit een vrouw gezien die vromer en waarheidsgetrouwer is of rechtvaardiger bij Allah, waarheidsgetrouwer in de tong is of attenter voor haar familie, vrijgeviger of actiever in het verrichten van goede werken dan Zaynab .” 28

Zaynab was ook een zeer bekwame dame. Ze looide huiden, reeg kralen, verkocht de producten met winst en verdeelde de opbrengst onder de armen. 29 Naar verluidt heeft ze eens, toen ze het jaarlijkse pensioen van 12.000 dirham ontving, deze rijkdom direct verdeeld onder de behoeftige mensen. Toen Umar dit vernam zond hij haar opnieuw 1000 dirhams, maar ook deze verdeelde zij en zei: “Oh Allah, laat dit geld volgend jaar niet tot mij komen want het leidt mij weg van U.” 30

Aisha zei over haar: “Zaynab werd bewonderd door Profeet Mohammad en geen van zijn andere vrouwen kon met mij concurreren behalve zij. En geen van hen had zo een hoge positie als ik, behalve Zaynab . 31

Verlaten Van Deze Wereld

Allah verhoorde haar gebed en Zaynab overleed voordat zij haar volgende pension ontving. Zij was de eerste van de ‘Moeders der Gelovigen’ die stierf na het overlijden van Profeet Mohammad . 32 Met betrekking tot haar dood citeerde Imam Muslim de volgende uitspraak van de profeet Mohammed : 33

  أسرعكن لحاقا بي أطولكن يدا، قالت: فكن يتطاولن أيتهن أطول يدا، قالت: فكانت أطولنا يدا زينب، لأنها كانت تعمل بيدها وتصدق.
  De eerste van jullie die mij zal vergezellen (na mijn dood) zal degene zijn met de langste handen. Zij (Aisha) zei: “Zij begonnen hun handen te vergelijken om te beoordelen wie de langste handen had.” Zij (Aisha) zei: “Maar degene met de langste handen was Zaynab, omdat zij werkte met haar handen en gaf Sadaqah (aalmoes).”

Zaynab overleed 20 jaar na de Hijrah, tijdens het kalifaat van Umar . Hij leidde haar dodengebed en begroef haar in Jannat Al-Baqee. Zij was 53 jaar oud op het moment dat zij overleed. 34

 


  • 1 Muhammad ibn Yusuf Al-Salihi Al-Shami (1993), Subul Al-Huda wal-Rashad fe Seerat Khair Al- Abad, Dar Al-Kutub Al-Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 11, Pg. 201.
  • 2 Muhammad ibn Saad Al-Basri (1990), Tabqat Al-Kubra, Dar Al-Kutub Al-Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 8, Pg. 80.
  • 3 Muhammad ibn Ishaq ibn Yasar Al-Madani (2009), Al-Seerat Al-Nabawiyah le-ibn Ishaq, Dar Al- Kutub Al-Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Pg. 283.
  • 4 Abd Al-Rahman ibn Abdullah Al-Suhaili (2000), Al-Raudh Al-Unf fe-Sharha Al-Seerat Al- Nabawiyah, Dar Al-Ihya Al-Turath Al-Arabi, Beirut, Lebanon, Vol. 7, Pg. 567.
  • 5 Muhammad ibn Saad Al-Basri (1990), Tabqat Al-Kubra, Dar Al-Kutub Al-Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 8, Pg. 80.
  • 6 Ali ibn Ibrahim ibn Ahmed Al-Halabi (1427 A.H.), Al-Seerah Al-Halabiyah, Dar Al-Kutub Al- Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 2, Pg. 291.
  • 7 Abu Al-Fadl Ahmed bin Ali Al-Asqalani (1415 A.H.), Al-Isaba fi Tamyeez Al-Sahaba, Dar Al- Kutub Al-Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 2, Pg. 495.
  • 8 Abu Al-Fadl Ahmed bin Ali Al-Asqalani (1415 A.H.), Al-Isaba fi Tamyeez Al-Sahaba, Dar Al- Kutub Al-Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 2, Pg. 496.
  • 9 Muhammad ibn Yusuf Al-Salihi Al-Shami (1993), Subul Al-Huda wal-Rashad fe Seerat Khair Al- Abad, Dar Al-Kutub Al-Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 10, Pg. 440.
  • 10 Abu Al-Qasim Sulaiman ibn Ahmed Al-Tabarani (1994), Al-Maujam Al-Kabeer, Maktaba ibn Taymiyah, Cairo, Egypt, Vol. 24, Pg. 39.
  • 11 Holy Quran, Al-Ahzab (The Confederates) 33: 36
  • 12 Abu Al-Qasim Sulaiman ibn Ahmed Al-Tabarani (1994), Al-Maujam Al-Kabeer, Maktaba ibn Taymiyah, Cairo, Egypt, Vol. 24, Pg. 39.
  • 13 Holy Quran, Al-Ahzab (The Confederates) 33: 4-5
  • 14 Holy Quran, Al-Ahzab (The Confederates) 33: 40
  • 15 Muhammad ibn Ismail Al-Bukhari (1999), Sahih Al-Bukhari, Hadith: 4782, Dar Al-Salam, Riyadh, Saudi Arabia, Pg. 840.
  • 16 Holy Quran, Al-Ahzab (The Confederates) 33: 37
  • 17 Iddat (عدت) is een wachtperiode na scheiding of overlijden van de echtgenoot als verzekering van het in verwachting zijn van een kind. Gedurende deze periode is het niet toegestaan voor een gescheiden vrouw of weduwe om opnieuw te huwen.
  • 18 Ali ibn Ibrahim ibn Ahmed Al-Halabi (1427 A.H.), Al-Seerah Al-Halabiyah, Dar Al-Kutub Al- Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 3, Pg. 448.
  • 19 Ali ibn Ibrahim ibn Ahmed Al-Halabi (1427 A.H.), Al-Seerah Al-Halabiyah, Dar Al-Kutub Al- Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 3, Pg. 448.
  • 20 Abd Al-Malik ibn Hisham (1955), Al-Seerat Al-Nabawiyah le-ibn Hisham, Shirkah Maktabah waMatba’ Mustafa Al-Babi, Cairo, Egypt, Vol. 2, Pg. 644.
  • 21 Abu Uwana Yaqoob ibn Ishaq Al-Neshapoori (1998), Mustakhraj abi Uwana, Dar Al-Marifa, Beirut Lebanon, Vol. 3, Pg. 50
  • 22 Holy Quran, Al-Ahzab (The Confederates) 33: 53
  • 23 Muhammad ibn Saad Al-Basri (1990), Tabqat Al-Kubra, Dar Al-Kutub Al-Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 3, Pg. 31
  • 24 Holy Quran, Al-Ahzab (The Confederates) 33: 40
  • 25 Holy Quran, Al-Ahzab (The Confederates) 33: 5
  • 26 Izz Al-Din Ali ibn Muhammad Al-Shaibani ibn Athir (2003), Usud Al-Ghaba Fi Ma’rifat Al- Sahaba, Maktaba Al-Tawfiqiya, Cairo, Egypt, Vol. 7, Pg. 119.
  • 27 Muhammad ibn Ismail Al-Bukhari (1999), Sahih Al-Bukhari, Hadith: 4141, Dar Al-Salam, Riyadh, Saudi Arabia, Pg. 704.
  • 28 Muslim ibn Al-Hajjaj Al-Neshapuri (2000), Sahih Al-Muslim, Hadith: 6290, Dar Al-Salam, Riyadh, Saudi Arabia, Pg. 1071-1072.
  • 29 Muhammad ibn Yusuf Al-Salihi Al-Shami (1993), Subul Al-Huda wal-Rashad fe Seerat Khair Al- Abad, Dar Al-Kutub Al-Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 11, Pg. 203.
  • 30 Izz Al-Din Ali ibn Muhammad Al-Shaibani ibn Athir (2003), Usud Al-Ghaba Fi Ma’rifat Al- Sahaba, Maktaba Al-Tawfiqiya, Cairo, Egypt, Vol. 7, Pg. 120.
  • 31 Muhammad ibn Yusuf Al-Salihi Al-Shami (1993), Subul Al-Huda wal-Rashad fe Seerat Khair Al- Abad, Dar Al-Kutub Al-Ilmiyah, Beirut, Lebanon, Vol. 11, Pg. 203.
  • 32 Malik ibn Anas Al-Madani (2004), Al-Muwatta, Moassasa Zaid ibn Sultan Al-Nahyan lil Aamal Al-Khairiya wa Al-Insaniya, Abu Dhabi, UAE, Vol. 6, Pg. 123.
  • 33 Muslim ibn Al-Hajjaj Al-Neshapuri (2000), Sahih Al-Muslim, Hadith: 6316, Dar Al-Salam, Riyadh, Saudi Arabia, Pg. 1079.
  • 34 Ahmed ibn Yahya ibn Jabir ibn Dawood Al-Baladhuri (1996), Jumal Min Ansab Al-Ashraf, Dar Al-Fikr, Beirut, Lebanon, Vol. 1, Pg. 436.

  • * This article has been translated from English to Dutch by Heidi Evelyn Jacobs and edited by Ghazala Wagid Hosain & Allama Tahir Wagid Hosain.